Sitio Kolibri uit Brazilië aan het woord

De Nederlandse immigranten Theo en Lisette Breg richtten in 1989 het bedrijf Sítio Kolibri op in de stad Holambra, Brazilië. Tegenwoordig runnen hun dochters Gabriela en Regina de zaak samen met hun echtgenoten. We praten met Gabriela en Regina over het bedrijf, de ontwikkelingen en de toekomst. 

Kunnen jullie ons iets vertellen over de geschiedenis van het bedrijf?
Gabriela:
Wij zijn de dochters van Nederlandse immigranten die eind 1981 naar Brazilië kwamen. Onze vader, Theo Breg, kwam als adviseur, maar werd na verloop van tijd partner van een kalanchoë teler. Na een paar jaar besloten mijn ouders een huis te kopen en een eigen zaak te beginnen. Vier jaar lang produceerden ze Afrikaanse viooltjes en wat kalanchoë. De productie van Afrikaanse viooltjes werd vervangen door Anthuriums, rassen die Sítio Kolibri importeerde uit Anthura. Rond 1994 kregen ze de kans om phalaenopsis te gaan telen. In 2012 besloot het bedrijf zich volledig te richten op phalaenopsis. 

Hoe zijn jij en je zus bij het bedrijf betrokken geraakt?
Regina:
Toen we in 1989 naar Brazilië verhuisden, waren we hier met zijn vieren, geen familie in de buurt. Mijn zus en ik belandden altijd in de zaak van onze ouders, ondergedompeld in het bedrijfsleven. Gabriela ging naar de universiteit en nadat ze was afgestudeerd, besloot ze terug te komen naar Holambra en in het familiebedrijf te werken.  

Het was een goede beslissing. Sinds 2008 zijn Gabriela en ik partners van onze ouders, en in 2013 voegde mijn man Mattheus zich bij ons. Gabriela’s echtgenoot, Cauê, is in 2022 in dienst getreden. 

Gabriela
Onze ouders zijn niet langer actief betrokken bij het bedrijf. Regina, Mattheus, Cauê en ik werken samen en zorgen ervoor dat Sítio Kolibri zich verder ontwikkelt en blijft groeien. 

Kunnen jullie ons iets vertellen over de huidige structuur van het bedrijf en de ontwikkelingen en investeringen van de afgelopen jaren?  

Regina:
Vandaag heeft Sítio Kolibri twee productievestigingen. De eerste is voor de opkweek van phalaenopsis en bevat daarom een verwarmingssysteem dat voor dit gedeelte van de teelt is ontwikkeld, en de tweede is een bloeikas, uitgerust met het koelsysteem voor dit proces. 

De afgelopen jaren heeft het bedrijf geïnvesteerd in verschillende technologieën, zodat we meer kwalitatief hoogstaande planten kunnen telen in een snellere cyclus. 

In 2019 heeft ons bedrijf een nieuwe houtsnipperketel aangeschaft die geschikt is voor ons productieproces. We hebben deze met eigen kapitaal gekocht en sinds juli 2020 verwarmt de ketel een kasoppervlakte van 26.000 m². Om de kwaliteit van de warmtevoorziening te verbeteren en ons elektriciteitsverbruik te verlagen, hebben we alle verwarmingspompen vervangen en alle verwarmingsleidingen in de kas gerenoveerd. 

Gabriela:
Eind 2020 is het bedrijf begonnen met de bouw van de laatste koude kas, zodat we onze verwarmde ruimte volledig kunnen benutten. De nieuwe ruimte van 5.500 m², is gebouwd om de schade bij harde wind of hagelbuien tot een minimum te beperken. Het heeft net als alle andere kassen een pad-fan systeem voor een optimale klimaatbeheersing, en Güntner luchtkoelers die zorgen voor een constante temperatuur van ongeveer 22ºC gedurende het hele jaar. Dubbele zonwering maakt een goede beheersing van de zoninstraling van de kas mogelijk. Al onze koude kassen zijn met deze systemen uitgerust. 

In de koude kassen hebben we drainerende vloeren geïnstalleerd, waardoor het klimaat onder de tafels droger is en bepaalde ziekten minder vaak voorkomen. In dezelfde ruimte worden de tafels in transportlijnen door de hele productieruimte (ongeveer 200 meter) vervoerd. Dit bedrijf levert ook de aluminium bakjes die we gebruiken. Er werden nieuwe luchtgekoelde machines aangeschaft om de koeling tijdens de warmere maanden van het jaar te waarborgen. 

Om de investeringsplannen van 2021 te voltooien, heeft Sitio Kolibri zonnepanelen aangeschaft om alle kassen en apparatuur van elektrische stroom te voorzien. Het is in juni 2022 in gebruik genomen en we zien nu al goede resultaten, zoveel zelfs dat we waarschijnlijk geen elektriciteit van het energiebedrijf hoeven te gebruiken. 

Waarom hebben jullie ervoor gekozen phalaenopsis te telen?
Regina:
Jacques van der Weijden werkte een tijdje in Brazilië en ging toen terug naar Nederland, maar voordat hij vertrok, opperde hij dat phalaenopsis de potplant van de toekomst zou worden. Onze vader, Theo, besloot te proberen met deze nieuwe plant te werken. Phalaenopsis werd al geproduceerd in Brazilië, maar op zeer kleine schaal, vooral in steden met een kouder klimaat. In die tijd werd er niet het hele jaar door geteeld, dus investeerde mijn vader in koelsystemen in de kassen zodat hij de planten het hele jaar door kon verkopen. Het was een groot succes. 

Gabriela:
We hebben onze ups en downs gehad, en vooral met de downs hebben we veel geleerd over deze plant. We hebben ons ook gespecialiseerd in deze teelt en deze productgroep omdat we van uitdagingen houden.  

Afgelopen juni waren jullie genomineerd voor de duurzaamheidsprijs van de ‘International Grower of the Year’ en werden jullie derde. Kunnen jullie ons hier meer over vertellen?
Regina:
Vorig jaar zei mijn vader tegen Gabriela: “Er is nog tijd om je in te schrijven voor de duurzaamheidsprijs van de International Grower of the Year, wat denk je?” Hij stuurde de aanvraag voor deelname naar de betreffende organisatie en we besloten het te proberen. We hebben de afgelopen jaren heel hard gewerkt om te geraken waar we nu zijn. Toen we de formulieren invulden, kwamen we tot de conclusie dat we al aan de meeste eisen inzake duurzaamheid hadden voldaan. 

Wat kunnen Nederlandse bedrijven van jullie leren?
Gabriela:
In Brazilië hebben we geen goed aanbod van technologieën voor bloementelers. We moeten vaak creatief denken en manieren vinden om nieuwe technologieën te beheren en te implementeren. Ook inflatie is voor ons een dagelijkse realiteit, dus we moeten altijd goed ons geld beheren en niet afhankelijk zijn van banken voor grote investeringen.  

Wat kunnen jullie van Nederland leren? 
Gabriela:
Nederland minstens één keer per jaar bezoeken is een van onze doelstellingen. We proberen verschillende telers en phalaenopsis veredelaars te bezoeken. In Nederland zijn er heel wat bedrijven die sterk gespecialiseerd zijn in het ontwikkelen van plantenteelttechnologieën, iets wat we in Brazilië niet hebben. Voor ons is het heel belangrijk om te zien hoe deze technologieën werken en welke ervan kunnen worden gebruikt, of althans aangepast, voor onze teelt in Brazilië.  

Hoe zien jullie de toekomst van jullie bedrijf?
Regina:
Voor de toekomst zijn wij van plan ons te richten op de teelt van phalaenopsis op slechts één productielocatie. Daarom hebben wij een langetermijnplan (20 jaar) opgesteld om de kassen in Sítio Garça Mirim uit te breiden van 21.000 m² tot 80.000 m². We behouden de kassen in Kolibri voor een alternatief product voor phalaenopsis. Dit uitbreidingsplan is duur en vereist daarom een zeer zorgvuldige financiële planning en een goed uitgewerkt werkplan. 

Welke rol speelt Anthura hierin?
Regina:
Anthura is voor ons een belangrijke partner geweest op het gebied van anthuriums. Wij hebben ze lange tijd geteeld in Brazilië, maar na 2012, toen wij besloten te stoppen met het telen van anthurium en ons uitsluitend te richten op phalaenopsis, speelden ze ook een belangrijke rol.  

In het verleden heeft Anthura ons veel geholpen door teeltadvies te geven en innovatieve technologieën in onze kas te introduceren. Tegenwoordig is de relatie meer commercieel dan technisch. We praten veel over de toekomst, rassen, markten, duurzaamheid en wat zij kunnen doen om ons te helpen ons programma uit te voeren. Anthura speelt dus nog steeds een belangrijke rol, maar op een ander niveau. 

Wij vinden Anthura een zeer professioneel bedrijf met veel hoogopgeleide werknemers die erg gepassioneerd en betrokken zijn bij het bedrijf en dat weerspiegelt zich in de manier waarop zij met hun klanten werken. Net als wij!