Hygiëne in anthurium en phalaenopsisteelt

Zo nu en dan worden we opgeschrikt door het opkomen van een nieuwe ziekte die onze gewassen bedreigt. Om te voorkomen dat ziekten en plagen in het algemeen of juist een nieuwe ziekte van buiten in de kas komt, zijn strikte hygiënische maatregelen noodzakelijk. Er zijn verschillende besmettingsbronnen die in dit artikel uiteengezet worden.

In de teelt van phalaenopsis en anthurium bestaan een aantal ziekten, waarbij een hoog hygiëneniveau van groot belang is om deze te voorkomen. Voor phalaenopsis zijn dit in de eerste plaats de bacteriën Acidovorax (Pseudomonas), Erwinia en de schimmel Fusarium. Deze drie ziekten zijn verantwoordelijk voor meer dan 90% van de totale uitval in de teelt van phalaenopsis. Voor de teelt van anthurium is de bacterie Xanthomonas de belangrijkste reden voor het aanhouden van een goede hygiëne. Het laatste jaar is daar ook de bacterie Ralstonia solanacearum bijgekomen.

Mensen
Mensen in de kas zijn de grootste verspreiders van schimmels en bacteriën. Met kleding, schoenen en handen worden er ongemerkt vele ziekteverwekkers in de kas gehaald en verspreid. Het is dan ook geen overbodige luxe om dit zo veel mogelijk te beperken. Dit kan door bij het betreden van de kas schone (over)schoenen en een overjas of overal te dragen. De handen dienen bij de ingang met een desinfecterende gel ontsmet te worden. De handen wassen met water en zeep werkt overigens ook heel goed.

IMAC dispenser om handen te ontstmetten

Insecten
Sommige insecten brengen ook ziekten over. Het is bijvoorbeeld bekend dat bepaalde thrips, virussen overbrengen. In de teelt van phalaenopsis is de mosmijt berucht om het verspreiden van Acidovorax (Pseudomonas). Door de bladeren aan te prikken kan het besmette plantensap van plant naar plant worden verspreid. Naast het feit dat deze insecten door middel van het zuigen schade veroorzaken, is de verspreiding van ziekten ook een belangrijke reden om deze insecten zoveel mogelijk buiten de deur te houden en zo nodig te bestrijden.

Plantmateriaal
Ziekten (en plagen) kunnen ook met jong plantmateriaal in de kas komen. Een degelijke ingangscontrole is daarom onontbeerlijk. Overtuig jezelf van het feit dat het (jonge) plantmateriaal vrij van ziekten is op het moment dat zij het bedrijf op komen.

Water
Spattend water is een belangrijke verspreider van bacteriën en schimmels. Sporen die zich in de lucht bevinden, worden met een watergift naar beneden geregend en komen op het gewas terecht. Daarnaast kan een overspattende druppel een besmetting van de ene plant overbrengen naar de andere plant. Door aan het water iets toe te voegen dat de bacteriën doodt, kan dit worden voorkomen. In de praktijk wordt dit gedaan door chloordioxide (ClO2) of waterstofperoxide (H2O2) of ionisatie van koper (Cu2+). De in het water of op planten aanwezige bacteriën worden onschadelijk gemaakt, waardoor de verspreiding door middel van overspatten voor het overgrote deel wordt voorkomen. Deze manier van ontsmetten kan overigens niet als bestrijding ingezet worden.

 Hygiëneprotocol
Om de hygiëne op een kwekerij naar een hoger plan te tillen, is het goed om een aantal zaken goed op een rijtje te zetten. Je kan denken aan zaken als:

  • Wie komen er allemaal in de kas?
  • Wat zijn de looplijnen in de kas?
  • Waar bevinden zich zieke of verdachte planten in de kas?
  • Waar staan mijn oudste planten?
  • Wat komt er als ‘vreemd’ plantmateriaal de kas binnen?
    Vervolgens kan je mede aan de hand van de antwoorden op bovenstaande vragen, een plan maken om de risico’s op besmetting zo klein mogelijk te maken.

Algemene (basis)maatregelen
Er is een aantal maatregelen die te allen tijde genomen kunnen en moeten worden. Start met het beperken van de bewegingen in het gewas door mensen (medewerkers in de meeste gevallen).

  • Beperk deze bewegingen tot het strikt noodzakelijke als teeltcontrole ten behoeve van ziekten en plaagbestrijding en de bepaling van het moment van watergift.
  • Mensen van buiten dienen altijd kleding en schoenen te dragen van het bedrijf. In de praktijk komt dit neer op het dragen van een overal en overschoenen over de eigen kleding heen.
  • Handen dienen bij het betreden van de kas altijd ontsmet of gewassen te worden en aanraking van de planten dient vermeden te worden.

Ontsmetten van handen en schoenen
Voor de ontsmetting  van bijvoorbeeld handen is het van belang te weten dat ontsmettingsmiddelen onvoldoende zullen werken als het te ontsmetten materiaal te vuil is. Het middel kan dan onvoldoende doordringen door de vervuiling. Was daarom de handen en maak schoenen indien nodig eerst moddervrij, alvorens te ontsmetten. Voor personeel is het vaak beter te kiezen voor (bedrijfs)werkschoenen of laarzen op het bedrijf. En ook voor bezoekers kan daar beter voor worden gekozen. Door schoenen eerst voldoende schoon te maken blijft ook het ontsmettingsmiddel in de ontsmettingsmatten of -bakken langer actief. Voor machines en mesjes is het van belangrijk ze eerst vrij te maken van organisch materiaal.

Ontsmettingsmiddelen
Voor de keuze van de juiste ontsmettingsmiddelen is het van belang om te bepalen tegen welke ziekte het moet werken. Daarnaast moet worden bepaald of het veilig is voor medewerkers en of er voldoende tijd is voor het middel om te ontsmetten.

Plantweerstand en ziektedruk
Een gezond gewas zal minder makkelijk ziek worden dan een zwak gewas. Daarnaast zal ook een hogere ziektedruk de kans op een aantasting verhogen. Ook stressfactoren in de teelt zoals een erg hoge of juist lage kastemperatuur verlaagt de weerstand van de plant en maakt de plant extra gevoelig. In een dergelijke situatie kan dan worden gekozen om preventief de ziektedruk te verlagen. Dit kan met een chemisch middel, maar er is ook een steeds ruimere keuze aan biologische middelen en plantversterkers.

Barriers anthurinfo

Barrière methode
Hygiënemaatregelen zijn onder te verdelen in twee onderdelen:

  1. Hygiëne van buiten de kas naar binnen
  2. Hygiëne binnen de kas

Met een dergelijke onderverdeling kom je tot de ’barrière-methode’, waarbij de kas of een deel van de kas in een kleiner gebied of diverse (kleine) gebieden wordt opgedeeld. De grens tussen zulke gebieden is  een barrière. Barrières verkleinen het risico op besmettingen op het bedrijf aanzienlijk. De eerste barrière is vooral om ervoor te zorgen dat de schimmel of bacterie uit de kas wordt gehouden. De volgende barrières kunnen worden gebruikt om de verspreiding van schimmel binnen het bedrijf te beperken. Deze barrières kunnen daarom liggen bij verschillende afdelingen tot aan barrières per bed of tafel.

Wat houdt het creëren van barrières in?
Barrières worden ingericht van binnen naar buiten, ofwel van schoon naar vuil. De regel is dat er altijd van schoon naar vuil wordt gewerkt. Vooraf wordt bepaald of bijvoorbeeld plantmateriaal de kas of een specifieke afdeling in mag. Daarnaast kan het ook een vaste werkrichting betekenen. Wanneer er gewerkt wordt van jong naar ouder plantmateriaal en/of van ziektevrij naar besmette planten wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er gezond plantmateriaal besmet wordt door zieke planten. Er kan ook gekozen worden om werkzaamheden in de afdeling met besmette planten of oudste planten steeds aan het einde van de week uit te voeren. Door aan het begin van de week met schone kleren/machines te starten kan dan verspreiding worden beperkt. In de teelt van snijanthurium kan bijvoorbeeld worden gekozen tussen elke barrière te werken met een apart mesje. Het voordeel van beide laatste keuzes is dat er aan de desinfectie van mesjes en machines meer tijd wordt besteedt , hetgeen de werking duidelijk versterkt. Soms is het mogelijk binnen een aantal barrières te werken met verschillende mensen per barrière.

Als er contact is met plantsappen door werkzaamheden, monstername of controle van het gewas en er tussen verschillende barrières wordt gewerkt, kies er dan voor te werken met plastic handschoenen en wissel deze tussen de barrières.

Het is raadzaam barrières zo veel mogelijk zichtbaar te maken door met posters aan te geven waar een barrière begint en eindigt en welke maatregelen worden verwacht. Tussen elke barrière moet voor iedereen duidelijk zijn welke hygiëne maatregelen verplicht zijn. Controle op de uitvoer is erg belangrijk.  De barrières kunnen dan worden aangegeven door folie, schermen of een tussenwand. Hierdoor kan als beleid worden gekozen dat iedereen die gewerkt heeft in koeling of afkweek de handen moet ontsmetten voordat werkzaamheden in de opkweek mogen worden gedaan.

1e barrière
De eerste barrière is de belangrijkste: deze heeft als doel de schimmel en bacterie uit de kas te houden. De beste plek voor deze barrière is de ingang van de kas. In de pauze is het mogelijk dat er contact is geweest met schimmels en bacteriën en ook in de verpakkingsruimte is niet uit te sluiten dat ziekteverwekkers aanwezig zijn. Het kan natuurlijk geen kwaad om bij de ingang van het bedrijf een eerste barrière in te richten. Dit verlaagt de ziektedruk in de schuur en/of op kantoor en daarmee ook de druk op de volgende barrière.

2e barrière
De kas bestaat in veel gevallen uit meerdere afdelingen. Deze afdelingen zijn gemakkelijk af te schermen van elkaar. Elke deur naar de volgende kas betekent een overschrijding van de volgende barrière, de 2e barrière. Veelal wordt er bij de 2e barrière onderscheid gemaakt tussen jong- en oud materiaal, verschillende teeltfasen zoals opkweek, koeling en afkweek of tussen ziek en besmet plantmateriaal. Door tussen deze afdelingen met afsluitingen te werken wordt het voor een ieder beter zichtbaar waar hygiënemaatregelen gelden.

3e barrière
Na het overschrijden van een tweede barrière kan gekozen worden voor een derde. Het gaat hierbij vaak om planten die een besmetting kunnen hebben of een plek waar uitval heeft plaatsgevonden. Dit kan zijn voor elk bed, tafel of een oude haard waar zieke planten zijn verwijderd. Markeer een dergelijke plek of scherm deze af met folie. Voer werkzaamheden dan zo veel mogelijk eerst buiten de haard en als laatste in de haard uit. Ontsmet handen en eventueel voeten en kleding indien noodzakelijk. Bij anthuriums kan dit betekenen dat er wordt gewerkt met een mesje per bed.

‘Ziek zoeken’
Het ‘ziek zoeken’ en opruimen van zieke planten brengt veel risico op verdere verspreiding met zich mee omdat hiermee vaak planten door de kas versleept worden.
Begin het ziek zoeken ALTIJD van ‘jong’ en’ schoon’ naar ‘oud’ en ‘vies/besmet’.
Houd hierbij dus de barrièremethode aan;

  • Stop zieke planten gelijk weg in een plastic zak die direct gesloten wordt. Zet zieke planten niet in het pad;
  • Vervoer de planten niet boven de tafels maar eronder en voer de zieke planten gelijk af naar een container die buiten staat;
  • Spuit de directe omgeving van de zieke planten vlak na het rapen gelijk af met een geschikt ontsmettingsmiddel zoals JET-5 of waterstofperoxide in de voorgeschreven concentratie.

Door bovenstaande maatregelen wordt de kans op besmetting dus aanzienlijk beperkt.

Dit artikel is een onderdeel van Anthurinfo februari 2016 – Lees hier de complete editie.

 

Anthura kan niet verantwoordelijk gehouden worden voor schade, direct of indirect, als gevolg van het gebruik van het gegeven teeltadvies.

Optioneel (afhankelijk van het artikel)

  • De teler is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het raadplegen van het etiket van gewasbeschermingsmiddelen.
  • De beschikbare teeltinformatie is geschikt voor Nederlandse teeltlocaties.