Energiebalans

Bij plantengroei denken we al snel aan allerlei biologische en fysiologische processen die zich afspelen bij de groei van de plant. Dat plantengroei eigenlijk een groot stuk natuurkunde is, wordt wel eens over het hoofd gezien. De groei is in grote mate afhankelijk van de energiebalans van het gewas.

Natuurkunde
Dit gaat om de balans tussen de aanvoer en afvoer van energie van het gewas en daarmee samenhangend de kas. De energie balans is van grote invloed op de (gewas)verdamping, die weer een directe relatie heeft met wateropname, worteldruk en nutriëntentransport. Ook de groeiwijze van de plant kan in belangrijke mate middels de energiebalans beïnvloed worden. De drijvende kracht achter verdamping is energietoevoer en niet de relatieve luchtvochtigheid (RLV). Deze zogenaamde stralingsverdamping is onafhankelijk van temperatuur, luchtbeweging of RLV. Bij de natte bol verdamping (convectieverdamping) spelen RLV en luchtbeweging wél een rol. Energie overdacht vindt plaats via contact (van de kaslucht met het blad).

Aanvoer
De aanvoer van energie vind plaats door (in)straling en convectie. Instraling is de grootste bron van energietoevoer naar de kas. Het maximum ligt op zo’n 1.100 watt. Van deze hoeveelheid energie bereikt uiteindelijk maar een klein deel de plant (max.10-30%). Belichting is een bron van stralingsenergie die enkele 10-tallen watts aan energie kan inbrengen.

Convectie vormt de kleinste bron van energie-aanvoer maar is wel heel belangrijk, vooral als voorgenoemde energiebronnen niet of te weinig aanwezig zijn. Convectie kan van de kaslucht naar de plant plaatsvinden en omgekeerd. Voorwaarde voor de overdracht van energie naar de plant middels convectie is dat de gewastemperatuur lager ligt dan de omgevingstemperatuur. Omgekeerd wordt de kaslucht opgewarmd door de plant als de plant warmer is dan de kaslucht.

Afvoer
De afvoer van energie vind in grote mate plaats door verdamping (rond 60%). Dit is wel sterk afhankelijk van het type gewas en gewasstadium voor Anthurium en Phalaenopsis gelden lagere waarden. Convectionele energie-afvoer vindt plaats als de plant warmer is dan de kaslucht. Door middel van reflectie (10%) wordt ook stralingsenergie afgevoerd. De kleur en glans van het blad spelen hierin een belangrijke rol. Een deel van de stralingsenergie wordt middels transmissie (10%) afgevoerd, omdat ze door het blad/gewas heen gaat. Uitstraling kan verantwoordelijk zijn voor een groot energieverlies van het gewas. Bij een heldere lucht kan uitstraling 100-200 watt energieverlies geven. De mate van dit energieverlies is sterk afhankelijk van de plek op aarde.

Deze vorm van energieverlies is onafhankelijk van de zoninstraling. Bij 900 watt instraling en een heldere lucht zal er tussen de 100-200 watt energieverlies zijn door uitstraling, ook midden op de dag. Uitstraling vind plaats doordat het object (kasdek, schermdoek) boven het gewas kouder is dan de plant. Ook de fotosynthese neemt een klein stukje van de afvoer van energie voor zijn rekening, maar dit zijn slechts enkele procenten.

Uitstraling over de hele wereld

Potanthurium, snijanthurium en phalaenopsis verrkrijgen allemaal hun eigen, optimale energiebalans en de manier waarop deze bereikt wordt, is ook verschillend. Hieronder is  dit per productgroep uiteengezet.

Anthurium snijbloemen

Anthurium potplanten

Phalaenopsis potplanten

Mocht u meer over dit of andere teelttechnische onderwerpen willen weten of zou u graag advies willen hebben? Neem dan contact op met Bureau IMAC Bleiswijk B.V.